Recensie

De wolkenjager

Jan Dietvorst, geplaatst op 3 januari 2015

Willink-7-880x586
Carel Willink (1900 – 1983) woonde tegenover het Rijksmuseum. Vanuit zijn atelier op de bovenste verdieping van zijn huis aan de Ruysdaelkade heeft hij het uitzicht honderden keren gefotografeerd. Het ging hem echter niet om de fantasie stad die architect Pierre Cuypers van het Rijksmuseum heeft gemaakt maar uitsluitend om de lucht erboven. Dat is te zien aan de door Willink zelf gemaakte afdrukken van zijn negatieven waarop de contour van het Rijksmuseum niet meer is dan een scheve donkere rand onderaan de foto. De schilder was op zoek naar drama. Terwijl de landschappen en stadsgezichten in zijn werk meestal onbevolkt en leeg zijn is de lucht daarboven dynamisch, spectaculair, dreigend en veranderlijk. De zogenaamd magisch realistische schilderkunst waar Willink een representant van is heeft een voorkeur voor contrasten, hun werk en dat van de surrealisten kenmerkt zich door harde schaduwen, scherpe contouren en voorwerpen in een kraakhelder, onwerkelijk licht.

Uit het archief van Willink heeft uitgever en ontwerper Willem van Zoetendaal een boek met luchten samengesteld. Willink’s Clouds Above The Rijkmuseum is een boek van een connaisseur; het type liefhebber dat tamelijk particuliere voorkeuren voor een groter publiek tot betekenisvolle culturele waarden weet om te vormen. Van Zoetendaal is een uitgever die de kwaliteiten van gelovige, verzamelaar en archivaris combineert. Je zou ook kunnen zeggen dat alleen een bezetene een dergelijk opmerkelijk boek produceert.

Willink-2-880x586

Willink was geen plein air schilder –zoals te lezen valt in de informatieve, door Van Zoetendaal geschreven, inleiding – en al zijn werk kwam na zorgvuldige voorbereiding in zijn atelier tot stand. De wolkenfoto’s zijn studies, net zoals zijn foto’s van antieke beeldhouwwerken, Amsterdamse straten, zijn echtgenoten en de katten in zijn huishouden dat zijn. Zichzelf fotografeerde hij ook, in het boek staat hij in een donkere dakgoot voor het juiste contrast op een krant, zodat de omtrek van zijn schoenen en broek goed uitkomen. Het zijn details die het boek extra aantrekkelijk maken, want een zoektocht naar schilderijen met fotografische bronnen is niet wat dit mooie en idiosyncratische boek beoogt.

Over de problematische relatie tussen fotografie en schilderkunst is veel gepubliceerd, maar op het hoogtepunt van Willink’s carrière werd er door de critici nauwelijks nog aandacht aan besteed. Toch vraagt de lezer zich onwillekeurig af of de receptie van Willink’s werk door zijn gebruik van foto’s is geschaad; in Nederland is de figuratieve traditie die hij vertegenwoordigd in de eeuw van het modernisme namelijk altijd marginaal gebleven. Zijn werk doet soms denken aan collages, die typische twintigste eeuwse vorm waarmee ook Willink als jonge kunstenaar heeft geëxperimenteerd. Anderzijds vergeet je ook weer gemakkelijk het geconstrueerde als je naar zijn uitstekende portretten kijkt.

Willink’s Clouds maakt nieuwsgierig naar zijn overige bronnen. De kunstzinnigheid van zijn studies is evident want een kunstenaar is voortdurend met vormstudie en de meest passende weergave bezig. Gezien de hedendaagse belangstelling voor fotografie als kunstvorm is het mogelijk dat zijn reputatie als schilder zelfs bijdraagt tot een afgeleide reputatie als kunstfotograaf.

Willink’s Clouds Above The Rijksmuseum, Uitgeverij Van Zoetendaal.